Vandaag maakte TenneT resultaten bekend over het onderzoek van het North Sea Wind Power Hub-consortium (NSWPH) naar de haalbaarheid van één of meerdere windenergie hubs in de Noordzee. Een van de uitkomsten van het onderzoek was dat het realiseren van één enorm groot eiland kunstmatig eiland niet haalbaar is. Zo was dit plan niet realistisch en stuitte het op veel kritiek van milieuorganisaties zoals het WNF. Een andere uitkomst van het onderzoek was dat dat het Hub-and-Spoke concept wel technisch en economisch haalbaar is. Het idee achter dit concept is om een netwerk van windenergie hubs op zee te realiseren. Dit netwerk met energiehubs zal het duurzame energienetwerk van meerdere Europese landen met elkaar verbinden. Hierbij zullen waarschijnlijk onder andere Nederland, Duitsland, Noorwegen, Denemarken en Groot Brittannië participeren.
Ongeveer tien eilandjes nodig om windenergie Noordzeelanden te distribueren
Als alternatief voor één groot windenergie-eiland, van ongeveer 6 vierkante kilometer, is er een plan om ongeveer tien tot vijftien kleinere eilandjes in de Noordzee te maken. Hierbij gaat het om eilandjes ter grote van ongeveer tien reguliere boorplatformen. Elk van deze eilanden zal een capaciteit aankunnen van 10 tot 15 Gigawatt. Dit betekent dat elk van de eilanden duurzame stroom kunnen opvangen, transformeren en distribueren voor ongeveer 5 tot 8 miljoen huishoudens. De eilanden binnen het netwerk kunnen op diverse manieren worden gecreëerd waaronder het opspuiten van zand, het heien van palen of het stapelen van containers. Welke optie(s) gebruikt zullen worden zal volgens TenneT vooral afhankelijk zijn van de milieueffecten.
Eerste hubs klaar in 2030
Volgens TenneT-directeur Manon van Beek zullen de eerste energiehubs klaar moeten zijn rond 2030. Om dit voor elkaar te krijgen is het belangrijk dat diverse Noordzeelanden mee gaan werken aan dit innovatieve plan. Dit zijn onder andere Denemarken, Groot-Brittannië, Duitsland, Nederland en Noorwegen. Ook is het belangrijk dat energiebedrijven die windmolenparken bouwen deelnemen aan het nieuwe netwerk. Zo hoeven er minder kabels naar land gelegd te worden, er komt er meer capaciteit beschikbaar binnen het nieuwe internationale energienetwerk.
‘’Wij willen de energietransitie helpen, zodat we de doelen van Parijs halen. Nu duidelijk is dat het eerste idee niet snel genoeg kan slagen zou het onverstandig zijn om de plannen niet bij te stellen’’ aldus TenneT-directeur Manon van Beek.
Van Beek hoopt dat de plannen positief worden ontvangen door de beoogde deelnemers. Volgens de directeur is de Deense regering al akkoord en EnergiNet ook (onderdeel van TenneT). Of ook de andere Noordzeelanden en energiebedrijven positief gestemd zijn moet nog blijken.
Plan belangrijk voor behalen klimaatdoelen
Het tot uitvoering brengen van het Hub-and-Spoke Concept kan ook belangrijk zijn voor de Nederlandse klimaatdoelen. Zo presenteerde het kabinet vorige week nog plannen om meer windmolenparken te bouwen op zee. Hierbij gaat het ten minste vijf grote nieuwe windparken gelegen bij onder andere Zeeland en Zuid-Holland. Om deze duurzame energie op een efficiënte manier te benutten is een stabiel en betrouwbaar energienetwerk essentieel. Dit zal nu nog gebeuren met een directe kabel naar het vaste land, maar mogelijk dat ook deze parken op termijn op de hubs kunnen worden aangesloten.
Voordelen energiehubs Noordzee
Volgens energietransporteur TenneT heeft het plan diverse belangrijke voordelen. Zo is het uitvoeren belangrijk om de leveringszekerheid op orde te houden. Zo kan er bij harde wind veel stroom geëxporteerd worden om te zorgen dat het energienetwerk niet overspannen raakt. Daarnaast kan er extra energie worden geïmporteerd wanneer er tijdelijk weinig stroom wordt opgewekt. Hierdoor hoeven huishoudens of bedrijven zich geen zorgen te maken over te weinig energie binnen het netwerk.
Naast de leveringszekerheid is ook de financiële kant van het plan interessant. Zo hoeven er veel minder dikkere energiekabels in zee gelegd te worden. Hierdoor kunnen er volgens TenneT vele miljarden bespaard worden. Ook dit punt is van groot belang aangezien TenneT de komende tien jaar naar verwachting al 35 miljard euro moet investeren.
