Minister Wiebes van Economisch Zaken en Klimaat wil de mogelijkheid onderzoeken om een of meerdere Nederlandse kolencentrales eerder te sluiten. De reden dat de minister deze optie wil onderzoeken is het feit dat er volgens hem een reële kans is dat Nederland het gestelde CO2-doel niet gaat halen. In 2020 wil de Nederlandse overheid 25 procent minder CO2 uitstoten dan we eerder deden in 1990. Een doel waar steeds meer druk op komt door rechtszaken van Urgenda en tegenvallende resultaten.
Huidige aanpak niet voldoende
Uit onderzoek door deskundige blijkt dat de huidige aanpak van de overheid niet voldoende is. Hierdoor zal onze CO2 uitstoot niet met 25 procent dalen, maar met maximaal 23 procent. Om deze reden is het dan ook belangrijke om aanvullende maatregelen te nemen om nog eens 4 miljoen ton CO2 te besparen. Door het sluiten van bijvoorbeeld de Nuon kolencentrale in Amsterdam (Hemwegcentrale) zou direct 3 miljoen ton minder CO2 uitgestoten kunnen worden. Momenteel is de sluiting van deze kolencentrale pas gepland door eind 2024, iets wat met wellicht een financiële vergoeding versnelt zou kunnen worden.
Kolengestookte energiecentrales verleden tijd
Wat het kabinet betreft zijn kolengestookte energiecentrale verleden tijd. Om deze reden heeft het kabinet een wetsvoorstel gemaakt dat regelt dat deze energiecentrales per 2030 verboden zijn. Op dit moment staan er nog vijf vervuilende kolencentrales in Nederland. Hierbij gaat het om de Nuon centrale in Amsterdam, een kolencentrale in de Eemshaven en drie nieuwe kolencentrales in Rotterdam. De laatste genoemde vier kolencentrales staan allemaal in de top-10 van industriële CO2-uitstoters.
Pakket aanvullende maatregelen
Tijdens een debat over het Klimaatakkoord heeft de minister aangegeven te werken aan een pakket aanvullende maatregelen dat ingezet kan worden wanneer blijkt dat de doelstellingen inderdaad niet haalbaar zijn. Het eerder sluiten van de kolencentrales is een van de maatregelen waarover de minister overigens nog niet tot in detail wou treden.
Aan het begin van 2019 zal het Planbureau voor de Leefomgeving komen met een actuele berekening over de verwachte afname van broeikasgassen. Deze berekening zal belangrijk zijn voor het aantal extra maatregelen dat de minister zal willen nemen.
