Een groot deel van de energierekening bestaat uit belastingen, zoals de energiebelasting en de btw. Ook in 2025 blijft dit een aanzienlijk deel van de totale kosten: meer dan de helft van wat huishoudens en bedrijven betalen voor energie, gaat naar de overheid. Door deze belastingheffing wil de overheid stimuleren dat consumenten en bedrijven zuiniger en bewuster omgaan met energie. Hoe hoger de belasting op energie, hoe groter de prikkel om te besparen en om over te stappen op duurzame alternatieven.
In de afgelopen jaren is de energiebelasting flink gestegen, mede om de klimaatdoelen te ondersteunen en het gebruik van fossiele brandstoffen te ontmoedigen. Tijdens de energiecrisis van 2022 en 2023 explodeerden de energieprijzen, waarna het kabinet tijdelijk ingreep met een prijsplafond om de kosten te beperken.
In het kort – wat verandert er aan de energiebelasting in 2025?
- De belastingvermindering (heffingskorting) daalt verder, van €493,27 in 2024 naar €459,38 in 2025.
- De energiebelasting op gas gaat opnieuw omhoog, met zo’n €0,09 per m³, om gasverbruik verder te ontmoedigen.
- Daarentegen daalt de belasting op elektriciteit licht, om elektrisch verwarmen en koken aantrekkelijker te maken.
Het gevolg is dat huishoudens die nog veel gas verbruiken in 2025 meer energiebelasting zullen betalen, terwijl huishoudens die (deels) elektrisch verwarmen of zonnepanelen hebben, iets voordeliger uit kunnen zijn.
Energiebelasting aardgas (2011 – 2025)
In de afgelopen jaren is de energiebelasting op gasverbruik fors gestegen. Waar de belasting tot enkele jaren geleden jaarlijks met slechts een paar cent per m³ toenam, zijn de stijgingen sinds 2022 aanzienlijk groter geworden. In 2025 betaalt u bij een gemiddeld gasverbruik maar liefst €0,57816 energiebelasting per verbruikte m³ aardgas.
Ter vergelijking: in 2023 bedroeg dit nog €0,48980 per m³ en in 2024 €0,58301 per m³. Hoewel de stijging ten opzichte van 2024 beperkt lijkt, blijft het belastingniveau historisch hoog. Hierdoor betaalt een gemiddeld huishouden jaarlijks nog altijd €100 tot €150 meer aan energiebelasting op gas dan enkele jaren geleden.
Jaar | 0 - 170.000 m3 | 170.001 - 1 miljoen m3 | 1 - 10 miljoen m3 | 10 miljoen + m3 |
---|---|---|---|---|
2025 | € 0,57816 | € 0,31573 | € 0,20347 | € 0,05385 |
2024 | € 0,58301 | € 0,22378 | € 0,12855 | € 0,04886 |
2023 | € 0,48980 | € 0,09621 | € 0,05109 | € 0,03919 |
2022 | € 0,36322 | € 0,06632 | € 0,02417 | € 0,01298 |
2021 | € 0,34856 | € 0,06547 | € 0,02386 | € 0,01281 |
2020 | € 0,33307 | € 0,06444 | € 0,02348 | € 0,01261 |
2019 | € 0,29313 | € 0,06542 | € 0,02383 | € 0,01280 |
2018 | € 0,26001 | € 0,06464 | € 0,02355 | € 0,01265 |
2017 | € 0,25244 | € 0,06215 | € 0,02265 | € 0,01216 |
2016 | € 0,25168 | € 0,06954 | € 0,02537 | € 0,01212 |
2015 | € 0,1911 | € 0,0677 | € 0,0247 | € 0,0118 |
2014 | € 0,1894 | € 0,0446 | € 0,0163 | € 0,0117 |
2013 | € 0,1862 | € 0,0439 | € 0,0160 | € 0,0115 |
2012 | € 0,1667 | € 0,0400 | € 0,0127 | € 0,0119 |
2011 | € 0,1639 | € 0,0393 | € 0,0125 | € 0,0117 |
Opvallend aan bovenstaande tabel is dat grote verbruikers relatief veel minder energiebelasting betalen per m³ gas dan huishoudens of kleine bedrijven. Terwijl juist de industrie de meeste CO₂ uitstoot, blijven de belastingtarieven voor grootverbruikers laag.
Ondanks oproepen van verschillende partijen om de energiebelasting eerlijker te verdelen, lijkt de overheid voorzichtig te blijven met het verhogen van belastingen voor de industrie. De reden hiervoor is dat een forse verhoging het vestigingsklimaat van Nederland zou kunnen verslechteren en bedrijven mogelijk naar het buitenland zou kunnen verplaatsen.
Energiebelasting elektriciteit (2011 – 2025)
De energiebelasting op elektriciteit is jarenlang vrij stabiel gebleven, maar sinds 2023 is ook deze belasting fors gestegen. Waar in eerdere jaren vooral gas zwaarder werd belast, probeert de overheid sinds kort het gebruik van elektriciteit juist geleidelijk te stimuleren door de tarieven minder hard te laten stijgen dan die van gas.
Vanaf 1 januari 2025 betalen consumenten €0,10154 energiebelasting per kWh stroom. Dat is weliswaar lager dan het tarief van €0,10880 in 2024, maar nog altijd aanzienlijk hoger dan de tijdelijke verlaging in 2022 (€0,03679 per kWh), toen de overheid ingreep om de energiekosten te verlichten tijdens de energiecrisis.
De lichte daling in 2025 is bedoeld om de overstap naar elektrisch verwarmen, koken en rijden aantrekkelijker te maken. Huishoudens die investeren in warmtepompen of zonnepanelen profiteren daardoor meer van deze verschuiving in de belastingstructuur.
Jaar | 0 - 10.000 kWh | 10.001 - 50.000 kWh | 50.001 - 10 miljoen kWh | 10 milj + (part.) | 10 milj + (zakelijk) |
---|---|---|---|---|---|
2025 | € 0,10154 | € 0,04901 | € 0,01305 | € 0,00107 | € 0,00053 |
2024 | € 0,10880 | € 0,09037 | € 0,03943 | € 0,00254 | € 0,00188 |
2023 | € 0,12599 | € 0,10046 | € 0,03942 | € 0,00175 | € 0,00115 |
2022 | € 0,03679 | € 0,04361 | € 0,01189 | € 0,00114 | € 0,00057 |
2021 | € 0,09428 | € 0,05164 | € 0,01375 | € 0,00113 | € 0,00056 |
2020 | € 0,09770 | € 0,05083 | € 0,01353 | € 0,00111 | € 0,00055 |
2019 | € 0,09863 | € 0,05337 | € 0,01421 | € 0,00117 | € 0,00058 |
2018 | € 0,10458 | € 0,05274 | € 0,01404 | € 0,00116 | € 0,00057 |
2017 | € 0,1013 | € 0,04901 | € 0,01305 | € 0,00107 | € 0,00053 |
2016 | € 0,1007 | € 0,04996 | € 0,01331 | € 0,00107 | € 0,00053 |
2014 | € 0,1185 | € 0,0431 | € 0,0115 | € 0,0010 | € 0,0005 |
2015 | € 0,1196 | € 0,0469 | € 0,0125 | € 0,0010 | € 0,0005 |
2013 | € 0,1165 | € 0,0424 | € 0,0113 | € 0,0010 | € 0,0005 |
2012 | € 0,1140 | € 0,0415 | € 0,0111 | € 0,0010 | € 0,0005 |
2011 | € 0,1121 | € 0,0408 | € 0,0109 | € 0,0010 | € 0,0005 |
Ook bij elektriciteit geldt dat grootverbruikers relatief goedkoop uit zijn. Zo betalen bedrijven die meer dan 10 miljoen kWh per jaar verbruiken slechts €0,00107 per kWh, terwijl huishoudens ruim honderd keer zoveel belasting betalen per verbruikte eenheid stroom.
Hoewel er regelmatig wordt gepleit voor een eerlijkere verdeling van de energiebelasting, kiest de overheid er bewust voor om de industrie minder zwaar te belasten. Dit moet voorkomen dat grote bedrijven hun productie naar het buitenland verplaatsen, wat nadelig zou kunnen zijn voor de Nederlandse economie en werkgelegenheid.
Heffingskorting energie (2011 – 2025)
De heffingskorting energie, officieel de vermindering energiebelasting, is een vaste korting op de energierekening die elk huishouden ontvangt. Deze korting is bedoeld om de basisbehoefte aan energie betaalbaar te houden.
Na de tijdelijke verhoging in 2022, bedoeld om de sterk gestegen energieprijzen te compenseren, werd de korting in 2023 weer verlaagd. In 2024 bleef de heffingskorting vrijwel gelijk op €631 per jaar, en in 2025 bedraagt deze €635 per jaar.
De lichte stijging in 2025 is een correctie op de inflatie en de hogere energiebelastingen. De overheid houdt hiermee de energierekening enigszins betaalbaar, vooral voor huishoudens met een gemiddeld of laag verbruik.
Jaar | Heffingskorting |
---|---|
2025 | €635 |
2024 | €631 |
2023 | €597 |
2022 | €784 |
2021 | €559 |
2020 | €527 |
Hoewel de heffingskorting in eerdere jaren (zoals in 2022) uitzonderlijk hoog was vanwege de energiecrisis, lijkt de overheid nu terug te keren naar een stabieler en gematigder niveau. Daarmee wordt de korting weer meer in lijn gebracht met de normale energieprijzen.
Heffing Opslag Duurzame Energie (ODE)
De heffing Opslag Duurzame Energie (ODE) was een aparte energiebelasting die consumenten en bedrijven tot en met 2022 betaalden over hun stroom- en gasverbruik. Voor elke verbruikte kWh elektriciteit en m³ gas werd een kleine extra belasting in rekening gebracht, die bovenop de reguliere energiebelasting kwam.
Het doel van de ODE was om de energietransitie in Nederland te versnellen. De opbrengsten van deze heffing werden gebruikt om subsidies te financieren voor de opwekking van duurzame energie, zoals wind- en zonne-energie, via de SDE++-regeling (Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie).
Sinds 2023 is de ODE afgeschaft. De overheid besloot de heffing te laten vervallen en de kosten voortaan te integreren in de energiebelasting. Dit betekent dat de belastingdruk niet volledig is verdwenen, maar op een andere manier wordt verdeeld over de verschillende verbruiksniveaus.
Het idee achter zowel de voormalige ODE als de huidige belastingstructuur blijft grotendeels hetzelfde:
- Verbruikers worden gestimuleerd om minder energie te gebruiken, vooral fossiele energie.
- De overheid kan met de opbrengsten investeren in duurzame energieprojecten en CO₂-reductie.
Hoewel de afzonderlijke ODE-heffing niet meer op de energierekening verschijnt, draagt u dus indirect nog steeds bij aan de financiering van de energietransitie via de reguliere energiebelasting.
Vrijstelling ODE elektrische voertuigen
In 2017 en 2018 goldt er een nultarief voor de ODE op adressen waar een oplaadinstallatie aanwezig is voor elektrische voertuigen. Door middel van deze maatregel wilde de overheid consumenten stimuleren om de overstap te maken naar elektrisch rijden. Ook de vrijstelling ODE is sinds 2023 niet meer van kracht.
Energiebelasting hoger dan verwacht
Onlangs werd duidelijk dat de energierekening flink hoger is uitgevallen dan het kabinet had gedacht. Aangezien er gebruik is gemaakt van verouderde cijfers had het kabinet een kleine stijging verwacht, maar deze viel beduidend hoger uit. Volgens cijfers van het CBS stijgt de gemiddelde energierekening met €334,00 per jaar. Een flinke klap voor huishoudens met een laag inkomen.
Hiernaast zorgt de energiecrisis sinds 2022 al voor aanhoudend hogere tarieven voor gas en stroom. Hierdoor hebben nog meer huishoudens moeite met het betalen van de energierekening.
Om de energierekening betaalbaar te houden heeft het kabinet besloten diverse aanpassingen te gaan maken. Zo is de heffingskorting tijdelijk verhoogd. Daarnaast is het prijsplafond bedacht om kwetsbare huishoudens beter te beschermen tegen de gevolgen van de snel stijgende energierekening.
Kritiek op beleid energiebelasting
Uit onderzoek door een speciale denktank blijkt dat kleinverdieners het hardst geraakt worden door het huidige kabinetsbeleid. Wat voor de nodige kritiek zorgt. De belangrijkste conclusies uit het onderzoek? Consumenten betalen een stuk meer dan bedrijven. Daarnaast betalen kleinverdieners relatief gezien meer energiebelasting dan grootverbruikers. Zo betalen kleinverbruikers tegen 2021 6,2% van hun besteedbaar inkomen aan energiebelastingen. Dit percentage ligt voor grootverdieners slechts rond de 1,5%. En ook binnen het zakenleven is de verdeling behoorlijk oneerlijk. Zo betalen sommige zakelijke grootverbruikers tot wel 4 keer minder belastingen per uitgestoten ton CO2.
Naast de energiebelastingen is er ook kritiek op de verdeling van subsidies. Zo gaat maar liefst 80% van de subsidies richting het bedrijfsleven. En van dit deel gaat een leeuwendeel op aan bedrijven binnen de energiesector en land- en tuinbouw. Ook hieruit blijkt dat grote vervuilers en verbruikers het voordeligst uit zijn met het huidige kabinetsbeleid.
Topman Vattenfall Nederland pleit voor afschaffen energiebelasting
Onlangs deed de topman van Vattenfall Nederland een opvallende uitspraak. De nieuwe topman van het energieconcern pleitte in het Financieele Dagblad voor het afschaffen van de energiebelasting. Volgens hem ondermijnen de stijgende energieprijzen het draagvlak voor de overgang naar duurzame energie.
”Consumenten zien vooral hoe hun rekening steeds hoger is geworden” aldus Martijn Hagens (topman Vattenfall Nederland).
Vanwege de stijgende energiekosten snapt Hagens dat veel mensen zorgen hebben omtrent de ingeslagen weg naar meer zon en wind. Om deze reden denkt Hagens dat het afschaffen van de energiebelasting een goede stap is om meer draagvlak te creëren voor de energietransitie. ‘’Die belasting is ooit ingevoerd om energie duurder te maken en mensen zo te stimuleren energie te besparen. De opbrengsten worden echter niet gebruikt voor de energietransitie, maar vloeien naar de algemene middelen’’. Naast de hoge energiebelasting is ook de BTW over energiekosten een doorn in het oog van de topman. Deze maatregel lijkt enkel te bestaan om de staatskas te spekken.
Ondanks dat Hagens niet tevreden is met de energiebelasting in Nederland vindt hij dat de heffing Opslag Duurzaam Energie (ODE) wel goed werkt. Deze extra toeslag die consumenten betalen over hun energieverbruik wordt namelijk rechtstreeks geïnvesteerd in duurzame energieprojecten. Hiermee heeft dit een direct effect op de energietransitie in Nederland.
Wanneer Hagens het zelf voor het zeggen zou hebben zou de topman de energiebelasting afbouwen. De inkomsten die uit de energiebelasting zouden binnenkomen zou hij gebruiken ten behoeve van de stijgende ODE en netkosten. Daarnaast ziet Hagens toekomst in het subsidiëren van de energietransitie bij mensen thuis. ”Bijvoorbeeld met subsidies voor warmtepompen, HR++ glas of een aansluiting op een duurzaam warmtenet.”
Toekomst energiebelasting (Klimaatwet)
Momenteel zijn diverse fracties uit de Tweede Kamer bezig met het opstellen van de eerste Nederlandse Klimaatwet. Deze Klimaatwet bevat doelstellingen te aanzien van het klimaat die nog verder gaan dan de huidige internationale afspraken. Zo wel de overheid in 2030 ongeveer 49% minder CO2 uitstoten dan in 1990. Daarnaast is het uiteindelijke doel om in het jaar 2050 maar liefst 95% minder CO2 uit te stoten dan in 1990.
Om deze ambitieuze doelstellingen te behalen wil de overheid enkele maatregelen nemen. Een van de belangrijkste maatregelen is het flink verhogen van de belasting over aardgas. Zo is het idee om de belasting over aardgas met 75% te laten stijgen in de komende 12 jaar. Hierdoor moeten zowel huiseigenaren, bedrijven en woningcorporaties gestimuleerd worden om over te stappen op duurzame alternatieve zoals elektrische warmtepompen. Naast deze verhoging zal de belasting over stroom ongeveer met 50% dalen, waardoor elektrische verwarmingssystemen nog interessanter worden.
Wanneer de Tweede Kamer instemt met dit plan dan zal de energierekening opnieuw flink stijgen. Zo zouden huishoudens bij een gelijkblijvend gasverbruik al snel tussen de €200,00 en €300,00 meer kwijt zijn aan energiebelastingen. Hiermee worden vooral armere huishoudens geraakt aangezien deze minder eenvoudig kunnen investeren in dure alternatieve verwarmingssystemen. Voor deze huishoudens wordt er overigens wel gewerkt aan speciale regelingen, maar of deze voldoen zijn moet nog blijken.
Belastingtarief energiebelasting?
Over uw energieverbruik betaalt u het gebruikelijke belastingtarief van 21%. Deze BTW wordt in rekening gebracht door uw netbeheerder en energieleverancier en deze dragen het vervolgens af aan de Belastingsdienst.
Door de fors gestegen energieprijzen zijn de BTW-baten voor de overheid de afgelopen jaren een stuk hoger. Dit is goed voor de schatkist, maar niet voor de portomonnee van de burgers.